Vitamine C en fraude
De geloofwaardigheid van een Nobelprijs winnaar
Linus Pauling was een beroemde scheikundige die als enige ooit tweemaal een ongedeelde Nobelprijs heeft gewonnen. Hij is vooral ook beroemd vanwege zijn onvoorwaardelijke geloof in vitamine C als middel ter preventie van verkoudheid en een aantal andere aandoeningen, zoals schizofrenie. Hij propageerde om 300 maal de geadviseerde doses vitamine-C per dag te slikken. Mijn vader was een adept en ik snoepte graag de tabletjes met sinaasappelsmaak van Roter. Later is gebleken dat de vitamine-C claim geen wetenschappelijk fundament heeft en niet de gevolgen heeft waar Pauling in geloofde. Tot op heden meent een belangrijk deel van het maatschappelijk verkeer nog steeds dat een dagelijkse stoot vitamine-C wonderen doet, want als een tweevoudig Nobelprijswinnaar dat zegt, dan moet daar een grond van waarheid in zitten.
Effectiviteitsvergroting als ‘nieuwe Vitamine C’?
Op 28 maart jongstleden stond op Accountant.nl “Binnen de maatschappij is een zero-tolerance-houding ontstaan waar het gemiste fraudes betreft. Er is de NBA daarom veel aan gelegen om de effectiviteit inzake fraudepreventie en -detectie door accountants te vergroten en daarmee te voldoen aan deze maatschappelijke verwachtingen, aldus de beroepsorganisatie.”
Omdat een belangrijk deel van het maatschappelijk verkeer het zegt, gaat prof. dr. Jan Bouwens, in opdracht van de NBA, met de Foundation for Auditing Research aan de slag door middel van een oorzaakanalyse op fraudedossiers van accountantsorganisaties met een Wta vergunning. Ik vermoed dat uit het onderzoek gaat komen dat de accountants nog meer vitamine C moeten gaan slikken of een conclusie die de onzinnigheid daarvan overtreft.
De mogelijkheid van ontdekking is in de praktijk gewoon te gering
In de enkele dagen per jaar die de accountant bij zijn klant verblijft, gaat de accountant de puzzel rond een operationeel risico als fraude niet oplossen. Naast het feit dat hij daartoe onmachtig is, is hij daar ook niet voor verantwoordelijk. De dag nadat de accountant zijn voeten heeft gelicht en eenieder zichzelf serieus nemende accountant beschaamd een onzinnige niets betekende passage over fraudebeheersing in zijn accountantsverklaring heeft achtergelaten (die moest er even uit), gedraagt het bedrijf zich weer als voorheen. Het is domweg geluk dat er Wta kantoren zijn die in die paar dagen wel iets ontdekken. Helaas, alleen toen (1948) was geluk heel gewoon.
Bovendien, als het om fraude gaat, zijn meer preventie- en detectie maatregelen, waar het de onderzoekers, volgens het artikel, om te doen is, weinig effectief. Die maatregelen zijn namelijk uitsluitend op de gelegenheid gericht. Volgens controlestandaard 240 van het accountantsberoep, is 67 procent van de fraude-risico-factoren niet gelegenheid gerelateerd. Het gaat dan om druk en rationalisatie. Het dorp van Jan Terlouw met de touwtjes uit de brievenbus, waar juist de druk en de rationalisatie goed worden beheerst, zou volgens de op 28 maart gegeven NBA-visie, bij gebrek aan AO/IB, allang zijn leeggeroofd. Schuld van de accountant. Als het om fraude gaat, is meer preventie en detectie meestal niets meer dan een extra dosis vitamine-C.
Maatschappelijk verkeer, Kwartiermakers, minister, NBA, FAR, wordt wakker!
Fraude is geen probleem dat de accountant moet of kan oplossen. Als je dat nog steeds denkt, dan begrijp je het wezen van het (interne) frauderisico en de rol van de accountant daarbij niet: het enige risico dat denkt, waarvan dat denken zich niet in het hoofd van de accountant afspeelt, maar in dat van de bestuurder(s) en/of medewerkers en dat houden zij nog geheim ook. Als iemand het moet oplossen dan is het de gecontroleerde huishouding. Het betreft namelijk een gezondheidsprobleem van de huishouding zelf en als die huishouding (hoogste leiding/met Governance belaste personen) daar niet aan wil werken, dan kan de dokter, in casu een accountant, daar ook niet bij helpen, ook niet met een extra dosis vitamine-C.
Deze blog verscheen eerder op accountant.nl

drs. Peter Schimmel RA CFE
Forensisch Accountant te Hilversum